Toetsing: Bijsturingsinstrument?!

31 mei 2021
Blog Docenten

Hij had al tal van lessen over meetkunde, hoofdstuk 3 gegeven. Dit was ook hard nodig, want de PTA-toets kwam eraan. Een mooi moment om te bekijken of de lesstof ook echt geland is. De toets wordt gemaakt, maar wat valt dat tegen: meer dan de helft van de klas heeft een onvoldoende! De toets wordt geëvalueerd met de klas. Wat blijkt: een deel van de leerlingen heeft de lesstof niet begrepen.

Hiervoor kunnen natuurlijk nog extra lessen worden gegeven, al is de timing alles behalve gunstig. Daarnaast telt het cijfer ook nog mee voor het reguliere rapport. Vervelend allemaal, eerst maar eens overleggen met de collega van de parallelklas…

Herken je dit beeld uit de klas? Deze casus hangt vooral samen met de visie op toetsing. Wat je ook inzet (toets, werkstuk of portfolio), als docent kan je toetsen op twee manieren inzetten: formatief en summatief. Formatief: toetsing (evaluatie) is vooral gericht op groei en ontwikkeling. Summatief: toetsing is vooral gericht op selectie en certificering.

 

“Wanneer de kok de soep proeft, is dat formatieve evaluatie; als de gasten proeven, is dat summatief toetsen”

 

Summatief
Vragen die je als docent kan stellen bij het afnemen van toetsen zijn: Wat wil ik bereiken met de toets? Is het halen van goede resultaten het doel van mijn lesgeven? Je moet er rekening mee houden dat een zware focus op toetsing een negatieve invloed op de motivatie van leerlingen kan hebben. Daarnaast is het ook belangrijk te realiseren dat de uitkomst van een summatieve toets aangeeft dat een leerling iets wel of niet beheerst, maar niet wat een leerling wel of niet beheerst.

Summatief toetsen is dan ook heel goed in te zetten als beoordeling aan het einde van een leertraject. Hiermee kan een leerling laten zien dat hij beschikt over kennis en vaardigheden die van hem gevraagd worden. Bijvoorbeeld een eindexamen Nederlands, maar ook een rijexamen voor een heftruck of vrachtwagen.

Formatief
Waar het bij summatief vooral gaat om een eindbeoordeling, gaat het bij formatief evalueren vooral om het proces. De toetsen die je inzet bij formatief evalueren, zet je in om tijdens het leerproces bij te sturen in je onderwijs. Deze toetsen tellen niet mee in een eindcijfer, maar hebben als doel leerling zicht te geven op waar hij staat (feedback) en waar hij naar toe moet (feedforward).

Deze feedback en feedforward is onmisbaar bij het toepassen van formatief evalueren. Juist omdat dit leerlingen en jou als docent in staat stelt bij te sturen.

Daarnaast helpt het je beslissingen voor het onderwijs dat je geeft beter te onderbouwen. Je hebt namelijk beter in beeld wat leerlingen nodig hebben. Bijkomend effect is dat leerlingen vaak ook een hogere motivatie hebben omdat het nut ervan wordt ingezien.

Bij formatief evalueren is het wel van belang dat de docent zich afvraagt hoe objectief de gegevens zijn verzameld. De ervaring leert nu eenmaal dat de inzet van leerlingen doorgaans een stuk hoger ligt wanneer het meetelt voor rapport of examendossier. “Is het voor een cijfer?”, is vaak de eerste vraag die gesteld wordt als je een opdracht uitdeelt.

Kijkend naar de casus aan het begin van deze blog: het doel van deze docent was het bijsturen van de leerlingen. Als middel werd summatieve toetsing ingezet: de toets telde immers mee voor het voortgangsrapport. De docent had ook kunnen kiezen om formatief te evalueren; geen cijfer, maar bijsturing. Bijvoorbeeld door leerlingen elkaars toetsen van feedback te voorzien (peer review), waarbij je als docent bijstuurt of aanvult.

Als je kijkt naar je eigen lessen, op welke manier zet jij toetsing in? Komt dit overeen met je ideaal, of zou je dit graag anders doen?

Meer weten?
Doe de gratis SLIM-scan of neem contact op.

                                                                              

Summatief                                                                                                    Formatief

Gerrald van Beek, onderwijsadviseur en docent economie