Leren, de docent bepaalt!?

Gerrald van Beek

21 september 2021
Blog Docenten

Geweldig, wat een aandacht! Alle leerlingen zijn op jou gefocust als je de stelling van Pythagoras uitlegt. Wel zo prettig als je nog eens bedenkt hoeveel voorbereiding je eraan hebt gehad. Voorbeeldjes, materialen en zelfs een online tool. Fijn om te zien dat je hierdoor nu ook echt de volle aandacht van de leerlingen hebt. Maar nog mooier: de leerlingen kunnen nu ook zelf de stelling van Pythagoras berekenen.

Herken je iets in bovenstaande situatie? Het zegt iets over hoe jij graag wilt dat je leerlingen tot leren komen. Dat kan op de manier zoals hierboven is beschreven, of juist op een totaal andere manier. In de loop der jaren zijn hier verschillende theorieën over ontwikkeld. Bijvoorbeeld de theorie van het behaviorisme, het cognitivisme en het constructivisme. Welke visie jij als docent ook hebt, het heeft altijd gevolgen voor de ideeën die je hebt over de inrichting van je les. Grofweg zou je een onderscheid kunnen maken tussen overdracht en constructie. Deze verschillen zijn aan te brengen tussen verschillende lessen, maar ook net zo goed binnen een les.

Overdracht

Docenten die de overdracht meer vormgeven op basis van instructie baseren hun gedachtegoed veelal op principes van het behaviorisme en het cognitivisme.

Leren uit zich volgens deze zienswijze onder andere in concreet gedrag, bijvoorbeeld door het goede antwoord te geven of door de juiste berekening te maken, zoals ook gebeurde in het voorbeeldje hierboven over de  stelling van Pythagoras. Hier is duidelijk sprake van overdracht: de docent geeft de uitleg, doet de oefening voor, de leerlingen nemen de lesstof tot zich, doen het na, en komen zo tot leren. Deze stappen zijn te koppelen aan het gedachtegoed wat past bij het behaviorisme.

Daarnaast is het ook mogelijk niet alleen naar de uitkomsten te kijken (een antwoord is goed of fout), maar ook rekening te houden met de interne denkstappen die een leerling maakt. We hebben het dan over het cognitivisme. Hierin staat niet per se de uitkomst centraal, maar veel meer nog de denkstappen die gemaakt worden die leiden naar een uitkomst; het proces. Dit kun je bijvoorbeeld doen door de lesstof op te delen in kleinere hoeveelheden. In dit proces is het belangrijk om de voorkennis op te halen en de juiste werkvorm te kiezen, passend bij de onderdelen van de lesstof. Door aan te sluiten op bestaande kennis kan nieuwe kennis gemakkelijker en beter een plekje worden gegeven in het brein, en wordt het werkgeheugen minder zwaar belast.

Behaviorisme

De docent wordt gestimuleerd om kennis over te dragen aan de leerlingen. Het principe stimulus-respons is bij deze theorie leidend (Skinner, 1986).

Cognitivisme

De docent houdt ook rekening met de interne denkprocessen van de leerlingen. Het uitgangspunt is de cognitieve belasting die een leerling aankan (Sweller, 1999).

Constructie

Een heel andere manier van leren is constructie, afgeleid van het constructivisme: leerlingen krijgen ruimte om actief en zelfstandig kennis te verwerven. Leren vanuit het constructivisme vraagt een andere voorbereiding en een andere invulling van de les. Net als bij ‘overdracht’ is ook hierbij een goede voorbereiding noodzakelijk. Leerlingen gaan niet automatisch zelfstandig en actief kennis verwerven wanneer je ze bijvoorbeeld in groepjes plaatst. Ook projectmatige, algemeen geformuleerde opdrachten zullen niet heel veel resultaat opleveren.

Bij constructie gaat het vooral om maatwerk, niet alle leerlingen zullen dezelfde kennis moeten verwerven. Het is daarom belangrijk om te weten wat ieders voorkennis is. Dit gebruik je als vertrekpunt om samen met de leerling individuele doelen op te stellen.

Neem bijvoorbeeld een  lessenserie ‘werken met Excel’: niet iedere leerling zal hetzelfde niveau hebben. Leerlingen die al veel Excel vaardigheden hebben kunnen de leerlingen ondersteunen die deze vaardigheden nog niet hebben. Wel is het belangrijk om duidelijk verschillende niveaus in de lessen aan te brengen, van eenvoudige bewerken van rijen en kolommen tot het maken van ingewikkelde formules. Van hieruit kunnen doelen worden opgesteld waarmee docent en leerlingen hun leerproces helder in beeld kunnen brengen.

Als docent geef je dan ook geen frontaal les, maar treedt je vooral op als coach. Als docent ben je dus steeds op zoek naar samenwerking binnen je groep. Je zoekt naar mogelijkheden waarop leerlingen, vanuit verschillende achtergrondkennis van elkaar kunnen leren en elkaar beter kunnen maken.

Constructie

De leerling krijgt ruimte om actief en zelfstandig kennis te verwerven. De kennis is flexibel per persoon en hangt af van de context waarin het verkregen wordt (Valcke, 2010).

Hoe worden de lessen in jouw team vormgegeven? Staat de docent vooral voor de klas en wordt het leren door middel van overdracht vormgegeven? Of zijn vooral de leerlingen aan de slag en construeren zij daarmee hun eigen kennis? Maar vooral: komt dit overeen met jouw ideaal, of zou je het graag anders zien?

Wil je ook de SLIM-scan inzetten om samen met je team te reflecteren en vooruit te kijken? Neem vrijblijvend contact op!

g.vanbeek@somtoday-academie.nl

 

Gerrald van Beek

Onderwijsadviseur en docent economie