‘Het begint met de vraag: wat voor mensen wil je als school afleveren?’
Veel scholen worstelen met de invulling van burgerschapsonderwijs. Bij De Amsterdamse MAVO zit het in elke vezel van de school. Hoe kregen ze dit voor elkaar? Hoe hebben ze het ingericht? Welke tips hebben zij voor andere scholen? We bespreken het met docent en burgerschapscoördinator Aron Borger.
Burgerschap: het blijft uitdagend
Het bevorderen van burgerschap en sociale cohesie is sinds 2021 verplicht. Toch blijken de meeste scholen geen concrete leerlijnen of doelen te hebben voor burgerschapsonderwijs. Vinden we het niet belangrijk? Zeker wel, maar de praktische invulling is een stuk ingewikkelder. Bij De Amsterdamse MAVO weten ze dat als geen ander. Toch hebben ze op de school in Amsterdam-Oost het burgerschap door iedere jaargang en ieder vak gevlochten. Dat levert ze een heleboel op.
Sinds het ontstaan
“We hebben geluk dat we een jonge school zijn”, erkent Aron Borger. “We hebben vanaf onze oprichting in 2016 onderwijs kunnen vormgeven vanuit een burgerschapsideaal. Vanaf nul, vanuit een duidelijke (humanistische) visie over welke burgers we willen afleveren. Het gevolg is dat iedere minuut van de dag nu burgerschapsvorming is op onze school. Van de omgang met elkaar en het gebouw, tot eigen vakken, projecten en momenten en opdrachten in de reguliere lessen. Het is dus geen kwestie van ‘een uurtje burgerschap’, maar we maken van de school een waardegemeenschap en oefenplaats voor de samenleving.”
Theoretische leerlijnen
Hoe het er in het onderwijs uitziet? Aron Borger: “We bedachten drie doorlopende leerlijnen: democratie, mensenrechten en participatie. De eerste twee zijn vooral theoretisch. Hier behandelen we verschillende relevante thema’s, verdeeld over de reguliere vakken, waarbij ieder vak probeert aan te sluiten met opdrachten. Denk aan het maken van een zetelverdeling na de verkiezingen bij wiskunde, of het bespreken van uitbuiting bij cacaoplantages bij een biologieles. We dagen iedere vakdocent uit om op kleine manieren aan te sluiten bij de thema’s, passend bij het niveau van de jaargang.”
Praktische participatie
De leerlijn Participatie is praktischer van aard. “Daarin organiseren we projecten waarbij we leerlingen leren meedoen, meedenken en meebeslissen. In de brugklas draait het om meedoen, waarbij groepjes leerlingen samen verantwoordelijk zijn voor het gebouw. De ene groep voor het groen, de ander voor de styling en weer een ander voor de kantine. In het jaar erna doen leerlingen projecten met organisaties in de omgeving, zoals een maatjesproject met statushouders of ouderen. In de latere jaren gaat het meer om maatschappelijke stages of grotere projecten buiten de regio, waar leerlingen ook beslissingen leren nemen.”
Administreren van burgerschap
Maar hoe administreer en regisseer je die leerlijnen? Bij de Amterdamse MAVO gebruiken ze daarvoor ‘het Burgerbord’, een zelf ontwikkeld portaal waarop leerlingen hun opdrachten uploaden en voortgang checken. “Hier zie je alle opdrachten per thema en lever je per periode een reflectieverslag in. De eisen die we hierbij stellen worden per jaar wat strenger. Aan het einde van hun schoolcarrière maken ze een filmpje waarin ze terugblikken op wat ze geleerd hebben. We beoordelen leerlingen op dit moment nog niet, maar we verwachten wel dat ze reflectief zijn én continu in gesprek blijven over burgerschap en de positie van zichzelf in relatie tot anderen. Deze werkwijze, die goed past binnen formatief handelen, helpt daar heel mooi bij.”
‘Burgerproof’ leerlingen
Aron Borger werkt momenteel aan een promotieonderzoek waarin hij de effecten van ‘zijn’ burgerschapsonderwijs op lange termijn onderzoekt. Toch ziet hij zelf al veel positieve punten. “We scoren een 9,2 op sociale veiligheid. Je ziet hier geen pestgedrag, maar juist veel samenwerking en gelijkwaardigheid. We horen van oud-leerlingen dat ze door de participatieprojecten een voorsprong ervaren bij het uitvoeren van grote projecten, zich staande weten te houden in groepen en vaak meer politiek geëngageerd zijn. Ze durven mee te doen, mee te denken en mee te beslissen. Daardoor vinden ze ook vaak bijzondere bijbaantjes die goed bij ze passen. Leerlingen zijn burgerproof. Dat is mooi om te zien.”
Belangrijkste adviezen
De Amsterdamse MAVO had de kans om met een schone lei burgerschap te implementeren in het onderwijs. Maar welke adviezen heeft Aron Borger voor bestaande scholen die stappen willen zetten? “Alles begint met de vraag: welke leerlingen wil je als school afleveren? Heb je een visie en wordt deze ondersteund en nageleefd door docenten? Breng de neuzen dezelfde kant op. Daarmee leg je het fundament. Inventariseer vervolgens wat je nu al om lessen heen organiseert. Activiteiten, projecten, stages, alles wat bijdraagt aan burgerschapsvorming. Breng hier lijn in en bepaal samen welke vaardigheden je hiermee wil ontwikkelen. Vervolgens biedt SLO allerlei goede documentatie en standaarden om het te verwerken tot een concreet en samenhangend geheel.”
‘Practice what you preach’
Burgerschapsonderwijs vormgeven kost tijd, erkent Aron Borger. Zeker bij grote scholen. “Daarbij is vooral het meekrijgen van medewerkers belangrijk. Ga in gesprek, omarm de weerstand, luister goed en bepaal echt sámen waar je voor staat en welke opvoeding je nastreeft op school. Op die manier ontstaat een cultuur waarin docenten zelf het goede voorbeeld geven en practice what they preach. Bij welk vak dan ook. Daardoor wordt burgerschap meer dan extra les, maar werk je als school aan het vormen van de burgers die je de maatschappij in wil sturen.”